Rapport van de Commissie tot inlevering van een bericht
hetgeen met verwisselende garnizoenen was voorgevallen.
Handelingen van den Kerkeraad 20 Juni 1788
De dag der Heilige rust was wegens al het pakken, loopen, draven, rijden, enkel onrust. Nooit was er minder opkomst der gemeente tot het gehoor des Woords.
Nu waren de Pruisen ons eenigst garnizoen. Veel, onbegrijpelijk veel, heeft deze stad van hen geleden. Zelfs ook ’s landsmagazijn en de kerk, de regering zelve. Afkoop van onaangenaamheden koste aan de Thesaurie 150 dukaten. Schade, zoo het schade was, van des regimentsdokters-instrumenten, die men zet dat gestolen waren, werd op poene van militaire executie op de stadskas verhaald, tot 100 Rijksdaalders Hollandsch.De totale som van stadsuirgaven beliep 1725 gulden, 6 stuivers en 4 pennoenen nog afzonderlijk voor stadsrekening wegens wacht_ en rijloon f 3502-15-8.
Doch gecommitteerden laten zich om redenen, in geen andere bijzonderheden in, dan dat de overste zelfs die zijn aardappelen van het veld moest halen, ook om zijn geinkwarteerden daarvan mede te deele n, ten huize des commandants Miltitz, één gulden voor een pas moest geven, de invaliden niet uitgeonderd, van vermogenden werd een ducaat geeischt . Hierbij werd vele dieverij begaan, zelfs ook door helers onder de ingezetenen. Volgens ingeleverde lijsten bedraagt de roof f 18213- 14-12.
Treurig was de thuiskomst van de meeste gevluchten en uitgewekenen onder dat alles. Treurig de gesteldheid der geheele goede burgerij, allerteurigst de ‘s Andere daags kwam de Pruisische bezetting binnen - ruim 1000 man aan - geleid door Majoor von Miltits waarvan den 29en patent van zijne nu herstelde Doorluchtige Hoogheid volgde, waarop de drie Hollandsche bataljons naar Bergen en Breda, ’s Maandags daarna, onder het gebulder van het kanon, van en tegen Ouderkerk aan den Amstel en Amstelveen uittrokken
De dag der Heilige rust was wegens al het pakken, loopen, draven, rijden, enkel onrust. Nooit was er minder opkomst der gemeente tot het gehoor des Woords.
Nu waren de Pruisen ons eenigst garnizoen. Veel, onbegrijpelijk veel, heeft deze stad van hen geleden. Zelfs ook ’s landsmagazijn en de kerk, de regering zelve. Afkoop van onaangenaamheden koste aan de Thesaurie 150 dukaten. Schade, zoo het schade was, van des regimentsdokters-instrumenten, die men zet dat gestolen waren, werd op poene van militaire executie op de stadskas verhaald, tot 100 Rijksdaalders Hollandsch.De totale som van stadsuirgaven beliep 1725 gulden, 6 stuivers en 4 pennoenen nog afzonderlijk voor stadsrekening wegens wacht_ en rijloon f 3502-15-8.
Doch gecommitteerden laten zich om redenen, in geen andere bijzonderheden in, dan dat de overste zelfs die zijn aardappelen van het veld moest halen, ook om zijn geinkwarteerden daarvan mede te deele n, ten huize des commandants Miltitz, één gulden voor een pas moest geven, de invaliden niet uitgeonderd, van vermogenden werd een ducaat geeischt . Hierbij werd vele dieverij begaan, zelfs ook door helers onder de ingezetenen. Volgens ingeleverde lijsten bedraagt de roof f 18213- 14-12.
Treurig was de thuiskomst van de meeste gevluchten en uitgewekenen onder dat alles. Treurig de gesteldheid der geheele goede burgerij, allerteurigst de Staat van den Godsdienst. Wegens al de onvrijheid stond het huisbezoek in October stil en het Heilig Avondmaal werd eenige dagen, in de hoop op verademing verzetr. Dan, ook daare zag het toen treurig uit. Er was nog geen tafel vol.
Na de stad zes weken bezet en in rust gehouden te hebben, trok het regiment Van Liehman den 10en November uit en ging naar Wezel op mars. Straks, na hen kwamen 700 man van Waldeck binnen met favorabele aanschrijving van hun Ed. Groot Mogenden aan de Regering, nopens inkwartiering, tot Verlichting der Burgerij; echter bleef de last nog zwaar, waarom de Vroedschap besloot om de ingezetenen voor ieder biljet één gulden ‘s weeks toe te leggen uit de fondsen van Diaconie en Weeshuis, wegens het onvermogen van de stadskas welke uitdeeling , daar zij den gehelen winter voortduurde, eindelijk beliep de enorme som van 15826 ggulden. Na vele onzekere geruchten, kwam er in April 1788 zekere tijding dat de troepen den 27en zouden afmarscheeren , waarom het Heilige Avondmaal, dat toen inviel, 8 dagen is uitgesteld, alleen ‘s namiddags gepreekt en de voorbereiding verzet op Hemelvaartsdag, namiddag. Kort voor den uittocht ordoneerde de Majoor Klitsching als commandant, dat het krijgsvolk de bedden, dekens en ander goed, welke zij te leen hadden, terug moesten geven gelijk ook de schansloopers of wachtrokken, die de stad bekostigt had, met het verzoek aan de Regeering om de stadsomroeper te laten bekend maken tot ieders naricht. Na 24 weken hier de winterkwartieren betrokken te hebben, nam het volk de terugmars naar Muiden aan. Op denzelfden voormiddag kwamen 400 anderen uit Muiden hier, doch slechts voor vijf dagen. En dezen werden den 2en Mei gevolgd door 180 Zwitsers om hier vervolgensgarnizoen te houden, waarbij ten slotte nog verdient gemeld te worden dat de 3000 gulden door Hun Ed. Gr. Mog. Aan deze stad in Maart laatstleden toegestaan, in de maand Juli 1788 nog vermeerderd zijn met 12800 gulden en dat de Vroedschap 13000 gulden van deze sommen aan de voornoemde colleges heeft toegewezen. Dan vermits deze sommen, hoewel aanzienlijk, nog niet toereikend zijn aan de uitgaven der beide colleges en er zich tevens hoop opdoet dat Hun. Ed. Gr. Mog. In het tekort komende en andere onkosten vervolgens nog voorzien zullen geven gecommitteerden in bedenking om daarvan en hetgeen verder tot dit bericht betrekkelijk aanmerkelijks mocht worden aangenomen in het vervolg te houden.
En hiermede meenen gecommitteerden die hun bericht zoo kort mogelijk hebben willen maken om gewichtige redenen voldaan te hebben aan hunnen last, wensenschenden dat de ingezetenen en gemeente, door al wat hun onder het hoog bestel der Goddelijke voorzienigheid te overkomen , meer mogen geoefend en meer vreedzame vruchten der gerechtigheid deelachtig worden dan tot hiertoe, en dat ’s Heeren rijkste zegen en de geest der genade en gebeden over deze Vergadering en over hen, in de ruimste mate uitgestort worden.
Bezetting van de stad Naarden door de Pruisen. ( J. Vos - Laarder Bel 06-12-1929)